Nederland is een fietsland en bijna iedere Nederlander heeft wel een fiets. Er zijn voldoende fietspaden en voor iedereen is het dus gemakkelijk om te beginnen met wielrennen. Daarom is het ook niet vreemd dat veel bekende wielrenners uit Nederland komen. In de vorige eeuw hebben zelfs twee Nederlanders de Tour de France gewonnen. Hieronder vindt u een lijst met een top vijf van Nederlandse wielrenners en hun historie.
1. Joop Zoetemelk
Joop Zoetemelk is de beste Nederlandse wielrenner. Hij begon als amateur en won goud op de Olympische Spelen in 1968 en de eindzege in de Tour de l’Avenir in 1969. In 1970 werd hij beroepsrenner en hij won het bergklassement in de Vuelta in 1971. Daarna heeft Zoetemelk nog diverse overwinningen behaald en in totaal heeft hij wel zestien keer deelgenomen aan de Tour de France en deze tour ook alle keren uitgereden. Iedere keer behoorde hij tot de eerste tien en één keer is hij eerste geworden bij de Tour de France. Voordat hij de tour had gewonnen is hij zes keer tweede geworden en daarom werd hij ‘de eeuwige tweede’ genoemd. Hij is later echter tot beste Nederlandse renner aller tijden uitgeroepen tijdens het Gala ter ere van het 75-jarig bestaan van de KNWU.
Belangrijkste overwinningen:
- Nederlands kampioenschap op de weg (1971, 1973)
- Paris-Nice (1974, 1975, 1979)
- La Flèche de Wallonie (1976)
- Ronde van Nederland (1975)
- Paris-Tours (1977, 1979)
- Vuelta a España (1979)
- Tour de France (1980)
- Tirreno-Adriatico (1985)
- Wereldkampioenschap op de weg (1985)
- Amstel Gold Race (1987)
2. Jan Janssen
Jan Janssen was een veelzijdige wielrenner die zowel overwinningen behaalde tijdens wedstrijden wegwielrennen als wedstrijden baanwielrennen. Hij is van 1962 tot 1973 professioneel wielrenner geweest en heeft in zijn loopbaan onder andere het wereldkampioenschap (1964), de Vuelta a España (1967) en de Tour de France (1968) gewonnen. In het jaar dat hij de Vuelta a España heeft gewonnen, werd hij tevens eerste bij de Paris-Roubaix. Janssen was de eerste Nederlander die de Tour de France won. In 1968 is Janssen tot Sportman van het jaar uitgeroepen en hij heeft de Gerrit Schulte Trofee vijf jaar op rij gewonnen. Na zijn carrière is hij een fietsenfabriek begonnen en produceerde hij fietsen onder zijn naam.
Belangrijkste overwinningen:

- Wereldkampioenschap wielrennen (1964)
- Paris-Nice (1964)
- Ronde van Nederland (1965)
- Bordeaux-Paris (1966)
- Paris-Roubaix (1967)
- Vuelta a España (1967)
- Tour de France (1968)
3. Hennie Kuiper
Hennie Kuiper was van 1973 tot 1988 actief als professioneel wielrenner. In 1972 is hij Olympisch Kampioen op de weg geworden en in 1975 wereldkampioen. Kuiper heeft de vier topklassiekers Ronde van Vlaanderen, Milano-San Remo, Ronde van Lombardije en Paris-Roubaix op zijn naam staan. Na zijn carrière is Kuiper tot 1996 ploegleider geweest van een Duitse groep en later van een Amerikaanse ploeg.
Belangrijkste overwinningen:
- Olympische Spelen op de weg (1972)
Hennie Kuiper. Bron: Wikipedia - Tour of Britain (1972)
- Nederlandse Kampioenschap veldrijden (1974)
- Tour d’Indre-et-Loire (1974)
- Nederlands Kampioenschap veldrijden (1975)
- Nederlandse Kampioenschap wielrennen (1975)
- Wereldkampioenschap wielrennen (1975)
- Tour de Suisse (1976)
- Ronde van Vlaanderen (1981)
- Ronde van Lombardije (1981)
- Paris-Roubaix (1983)
- Milano-San Remo (1985)
4. Jan Raas
Jan Raas is beroepswielrenner geweest van 1975 tot 1985. Als amateur was hij al succesvol, want hij werd in 1973 Nederlands kampioen en behaalde ritoverwinningen in Olympia’s Ronde door Nederland. In totaal heeft hij veertien klassiekers gewonnen in zijn carrière en hij is wereldkampioen op de weg geworden in 1979. De Amstel Gold Race heeft hij vijf keer gewonnen en daarom werd hij ook wel Amstel Gold Raas genoemd. In 1985 heeft hij zijn carrière beëindigd en is hij ploegleider geworden.
Belangrijkste overwinningen:
- Nederlands kampioen op de weg (1976)
Jan Raas. Bron: De Wielersite - Milano-San Remo (1977)
- Amstel Gold Race (1977)
- Amstel Gold Race (1978)
- Paris-Bruxelles (1978)
- Paris-Tours (1978)
- Wereldkampioen op de weg (1979)
- Ronde van Vlaanderen (1979)
- Amstel Gold Race (1979)
- Ronde van Nederland (1979)
- Amstel Gold Race (1980)
- Paris-Tours (1981)
- Paris-Roubaix (1982)
- Amstel Gold Race (1982)
- Nederlands kampioen op de weg (1983)
- Ronde van Vlaanderen (1983)
- Nederlands kampioen op de weg (1984)
5. Theo Middelkamp
Theo Middelkamp is van 1936 tot 1951 professioneel wielrenner geweest. Hij was de eerste Nederlander die een etappe won in de Tour de France en tevens de eerste Nederlander die wereldkampioen werd. In 1938 werd hij Nederlands kampioen op de weg en dat is hij daarna nog twee keer geworden. Nadat hij in 1938 enkel de zevende etappe in de Tour de France had gewonnen, besloot hij zich te specialiseren in kermiskoersen. Hij heeft een café gekocht in Kieldrecht toen hij met wielrennen is gestopt in 1951.
Belangrijkste overwinningen:

- Nederlands kampioen op de weg (1938)
- Nederlands kampioen op de weg (1943)
- Nederlands kampioen op de weg (1945)
- Wereldkampioen op de weg (1947)
OVERZICHT NEDERLANDSE RITWINNAARS
1936 (1)
7e etappe: Aix-les-Bains – Grenoble (230 km): Theo Middelkamp
1938 (3)
3e etappe: Saint Brieuc – Nantes (238 km): Gerrit Schulte
7e etappe: Bayonne – Pau (115 km): Theo Middelkamp
10e etappe (1e deel): Perpignan – Narbonne (63 km): Antoon van Schendel
1939 (1)
16e etappe (3e deel): Bourg Saint-Maurice – Annecy (103,5 km): Antoon van Schendel
1951 (1)
12e etappe: Agen – Dax (185 km): Wim van Est
1952 (2)
12e etappe: Sestrières – Monaco (251 km): Jan Nolten
19e etappe: Pau – Bordeaux (195 km): Hans Dekkers
1953 (5)
4e etappe: Lille – Dieppe (188 km): Gerrit Voorting
8e etappe: Nantes – Bordeaux (345 km): Jan Nolten
16e etappe: Marseille – Monaco (236 km): Wim van Est
17e etappe: Monaco – Gap (261 km): Wout Wagtmans
21e etappe: Saint Etienne – Montluçon (210 km): Wout Wagtmans
1954 (3)
1e etappe: Amsterdam – Brasschaat (216 km): Wout Wagtmans
4e etappe (2e deel): Les Essarts – Caen (131 km): Wim van Est
9e etappe: Angers – Bordeaux (343 km): Henk Faanhof
1955 (4)
1e etappe (2e deel): Dieppe – Dieppe (12,5 km Ploegentijdrit): Nederland
7e etappe: Zürich – Thonon-les-Bains (267 km): Jos Hinsen
13e etappe: Millau – Albi (207 km): Daan de Groot
19e etappe: Pau – Bordeaux (195 km): Wout Wagtmans
1958 (1)
2e etappe: Gent – Duinkerken (198 km): Gerrit Voorting
1962 (1)
7e etappe: Quimper – Saint Nazaire (201 km): Huub Zilverberg
1963 (1)
7e etappe: Angers – Limoges (236 km): Jan Janssen
1964 (4)
6e etappe: Fribourg – Besançon (200 km): Henk Nijdam
7e etappe: Besançon – Thonon-les-Bains (195 km): Jan Janssen
10e etappe (1e deel): Monaco – Hyères (187,5 km): Jan Janssen
12e etappe: Montpellier – Perpignan (174 km): Jo de Roo
1965 (4)
5e etappe (1e deel): Saint Brieuc – Chateaulin (147 km): Cees van Espen
8e etappe: La Rochelle – Bordeaux (197,5 km): Jo de Roo
12e etappe: Barcelona – Perpignan (219 km): Jan Janssen
21e etappe: Auxerre – Versailles (225,5 km): Gerben Karstens
1966 (4)
3e etappe: Doornik – Duinkerken (131,5 km): Gerben Karstens
9e etappe: Bordeaux – Bayonne (201 km): Gerben Karstens
14e etappe (1e deel): Montpellier – Aubenas (144 km): Jo de Roo
20e etappe: Saint Etienne – Montluçon (223,5 km): Henk Nijdam
1967 (1)
13e etappe: Marseille – Carpentras (211,5 km): Jan Janssen
1968 (2)
14e etappe: Seo de Urgel – Canet Plage (231,5 km): Jan Janssen
22e etappe (2e deel): Melun – Parijs (54,5 km tijdrit): Jan Janssen
1970 (1)
15e etappe: Carpentras – Montpellier (144,5 km): Rini Wagtmans
1971 (3)
1e etappe (2e deel): Bazel – Freiburg (90 km): Gerben Karstens
3e etappe: Straatsburg – Nancy (165,5 km): Rini Wagtmans
19e etappe: Blois – Versailles (185 km): Jan Krekels
1972 (2)
6e etappe: Bordeaux – Bayonne (205 km): Leo Duyndam
18e etappe: Vesoul – Auxerre (257,5 km): Rini Wagtmans
1973 (2)
Proloog: Scheveningen – Scheveningen (7,1 km tijdrit): Joop Zoetemelk
4e etappe: Reims – Nancy (214 km): Joop Zoetemelk
1974 (2)
2e etappe: Plymouth – Plymouth (163,7 km): Henk Poppe
20e etappe: St-Gilles-Croix de Vie – Nantes (120 km): Gerard Vianen
1975 (5)
1e etappe (1e deel): Charleroi – Molenbeek (94 km): Cees Priem
5e etappe: Sable-sur-Sarthe – Merlin Plage (222,5 km): Theo Smit
9e etappe (1e deel): Langon – Fleurance (131 km): Theo Smit
11e etappe: Pau – Saint Lary-Soulan (160 km): Joop Zoetemelk
12e etappe: Tarbes – Albi (242 km): Gerrie Knetemann
1976 (6)
4e etappe: Le Touquet – Bornem (258 km): Hennie Kuiper
9e etappe: Divonne-les-Bains – L’Alpe d’Huez (258 km): Joop Zoetemelk
10e etappe: Bourg d’Oisans – Montgenèvre (158 km): Joop Zoetemelk
18e etappe (3e deel): Lacaneau-Ocean – Bordeaux (70,5 km): Gerben Karstens
20e etappe: Tulle – Puy de Dôme (220 km): Joop Zoetemelk
22e etappe (2e deel): Parijs – Parijs (90 km): Gerben Karstens
1977 (5)
6e etappe: Bordeaux – Limoges (225,5 km): Jan Raas
10e etappe: Bagnoles-de-l’Orne – Rouen (174 km): Fedor den Hertog
17e etappe: Chamonix – L’Alpe d’Huez (184,5 km): Hennie Kuiper
19e etappe: Saint-Trivier – Dijon (171,5 km): Gerrie Knetemann
21e etappe: Montereau – Versailles (141,5 km): Gerrie Knetemann
1978 (8)
Proloog: Leiden – Leiden (5,2 km tijdrit): Jan Raas
1e etappe (1e deel): Leiden – Sint Willebrord (135 km): Jan Raas
10e etappe: Biarritz – Pau (191,5 km): Henk Lubberding
14e etappe: Besse-en-Chandesse – Puy de Dôme (52,5 km klimtijdrit): Joop Zoetemelk
16e etappe: Saint Etienne – L’Alpe d’Huez (240,5 km): Hennie Kuiper
18e etappe: Morzine – Lausanne (137,5 km): Gerrie Knetemann
21e etappe: Epernay – Senlis (207,5 km): Jan Raas
22e etappe: St-Germain-en-Laye – Parijs (161,5 km): Gerrie Knetemann
1979 (6)
Proloog: Fleurance – Fleurance (5 km tijdrit): Gerrie Knetemann
5e etappe: Neuville-de-Poitou – Angers (145,5 km): Jan Raas
7e etappe: St-Hilaire-du-Harcouet – Deauville (158,2 km): Leo van Vliet
10e etappe: Roubaix – Brussel (124 km): Jo Maas
18e etappe: L’Alpe d’Huez – L’Alpe d’Huez (118,5 km): Joop Zoetemelk
22e etappe: Dijon – Auxerre (189 km): Gerrie Knetemann
1980 (9)
1e etappe: Frankfurt am Main – Wiesbaden (133 km): Jan Raas
3e etappe: Metz – Luik (282,5 km): Henk Lubberding
7e etappe (2e deel): Beauvais – Rouen (92 km): Jan Raas
8e etappe: Flers – Saint Malo (164,2 km): Bert Oosterbosch
9e etappe: Saint Malo – Nantes (205,3 km): Jan Raas
10e etappe: Rochefort-sur-Mer – Bordeaux (163 km): Cees Priem
11e etappe: Damazan – Laplume (51,7 km tijdrit): Joop Zoetemelk
12e etappe: Agen – Pau (194,1 km): Gerrie Knetemann
20e etappe: Saint Etienne – Saint Etienne (34,4 km tijdrit): Joop Zoetemelk
1981 (5)
3e etappe: Nice – Martigues (254 km): Johan van der Velde
9e etappe: Rochefort-sur-Mer – Nantes (182 km): Ad Wijnands
11e etappe: Le Mans – Aulnay-sous-Bois (264 km): Ad Wijnands
19e etappe: Morzine – L’Alpe d’Huez (230,5 km): Peter Winnen
23e etappe: Auxerre – Fontenay-sous-Bois (207 km): Johan van der Velde
1982 (5)
4e etappe: Beauraing – Moeskroen (219 km): Gerrie Knetemann
6e etappe: Lille – Lille (233 km): Jan Raas
11e etappe: Valence d’Agen – Valence d’Agen (57,3 km tijdrit): Gerrie Knetemann
17e etappe: L’Alpe d’Huez – Morzine (251 km): Peter Winnen
18e etappe: Morzine – Saint Priest (233 km): Adrie van Houwelingen
1983 (5)
1e etappe: Nogent-sur-Marne – Créteil (163 km): Frits Pirard
6e etappe: Chateaubriant – Nantes (58,5 km tijdrit): Bert Oosterbosch
8e etappe: La Rochelle – Bordeaux (222 km): Bert Oosterbosch
13e etappe: Roquefort – Aurillac (210 km): Henk Lubberding
17e etappe: La Tour-du-Pin – L’Alpe d’Huez (223 km): Peter Winnen
1984 (1)
8e etappe: Nantes – Bordeaux (338 km): Jan Raas
1985 (4)
4e etappe: Fougeres – Pont Audemer (239,5 km): Gerrit Solleveld
5e etappe: Neufchâtel-en-Bray – Roubaix-Tourcoing (224 km): Henri Manders
9e etappe: Straatsburg – Epinal (173,5 km): Maarten Ducrot
20e etappe: Montpon-Menestrel – Limoges (225 km): Johan Lammerts
1986 (1)
5e etappe: Evreux – Villers-sur-Mer (124,5 km): Johan van der Velde
1987 (6)
Proloog: West-Berlijn Kurfürstendam (6,1 km tijdrit): Jelle Nijdam
1e etappe: West-Berlijn – West-Berlijn (105,5 km): Nico Verhoeven
8e etappe: Troyes – Epinay-sous-Sénart (205,5 km): Jean-Paul van Poppel
9e etappe: Orleans – Renazé (260 km): Adri van der Poel
13e etappe: Bayonne – Pau (219 km): Erik Breukink
17e etappe: Millau – Avignon (239 km): Jean-Paul van Poppel
1988 (7)
3e etappe: Nantes – Le Mans (213,5 km): Jean-Paul van Poppel
5e etappe: Neufchâtel-en-Bray – Lièvin (147,5 km): Jelle Nijdam
10e etappe: Belfort – Besançon (149,5 km): Jean-Paul van Poppel
12e etappe: Morzine – L’Alpe d’Huez (227 km): Steven Rooks
16e etappe: Tarbes – Pau (38 km): Adri van der Poel
17e etappe: Pau – Bordeaux (210 km): Jean-Paul van Poppel
22e etappe: Nemours – Parijs (172,5 km): Jean-Paul van Poppel
1989 (6)
Proloog: Luxemburg – Luxemburg (7,8 km tijdrit): Erik Breukink
4e etappe: Luik – Wasquehal (255 km): Jelle Nijdam
11e etappe: Luchon – Blagnac (158,5 km): Matthieu Hermans
14e etappe: Marseille – Gap (238 km): Jelle Nijdam
15e etappe: Gap – Orcieres-Merlette (39 km klimtijdrit): Steven Rooks
17e etappe: Briançon – L’Alpe d’Huez (161,5 km): Gert-Jan Theunisse
1990 (5)
1e etappe: Futuroscope – Futuroscope (138,5 km): Frans Maassen
5e etappe: Avranches – Rouen (301 km): Gerrit Solleveld
6e etappe: Sarrebourg – Vittel (202,5 km): Jelle Nijdam
12e etappe: Fontaine – Villard-de-Lans (33,5 km klimtijdrit): Erik Breukink
20e etappe: Lac de Vassivière – Lac de Vassivière (45,5 km tijdrit): Erik Breukink
1991 (2)
5e etappe: Reims – Valenciennes (149,5 km): Jelle Nijdam
7e etappe: Le Havre – Argentan (167 km): Jean-Paul van Poppel
1992 (2)
3e etappe: Pau – Bordeaux (218 km): Rob Harmeling
10e etappe: Luxemburg – Straatsburg (217 km): Jean-Paul van Poppel
1994 (1)
2e etappe: Roubaix – Boulogne-sur-Mer (203,5 km): Jean-Paul van Poppel
1995 (1)
5e etappe: Fécamp – Duinkerken (261 km): Jeroen Blijlevens
1996 (3)
5e etappe: Lac de Madine – Besançon (242 km): Jeroen Blijlevens
6e etappe: Saline-d’Arc-et-Senans – Aix-les-Bains (207 km): Michael Boogerd
18e etappe: Pamplona – Hendaye (154 km): Bart Voskamp
1997 (1)
6e etappe: Le Blanc – Marennes (217,5 km): Jeroen Blijlevens
1998 (2)
4e etappe: Plouay – Chôlet (252 km): Jeroen Blijlevens
9e etappe: Montauban – Pau (210 km): Leon van Bon
2000 (4)
6e etappe: Vitré – Tours (198,5 km): Leon van Bon
8e etappe: Limoges – Villeneuve-sur-Lot (203,5 km): Erik Dekker
11e etappe: Bagneres-de-Bigorre – Revel (218,5 km): Erik Dekker
17e etappe: Evian-les-Bains – Lausanne (155 km): Erik Dekker
2001 (1)
8e etappe: Colmar – Pontarlier (222,5 km): Erik Dekker
2002 (2)
8e etappe: Saint.Martin-de-Landelles – Plouay (217,5 km) : Karsten Kroon
16e etappe : Les Deux Alpes – La Plagne (179,5 km) : Michael Boogerd
2003 (1)
17e etappe: Dax – Bordeaux (181 km) : Servais Knaven
2005 (1)
8e etappe: Pforzheim – Gérardmer (231,5 km) : Pieter Weening