Bordeaux is de hoofdstad van het departement Gironde, regio Aquitaine, gelegen aan de Garonne waar deze zich verbreedt tot Gironde. De stad is handelscentrum voor een aantal voortreffelijke wijnen de zogenaamde bordeauxwijnen. Bordeaux is door de aanwezigheid van een universiteit, gesticht in 1441 en diverse handels- en technische scholen een belangrijk onderwijscentrum.
De stad is verder zetel van een rooms-katholiek aartsbisschop. Er zijn diverse musea, een voor schone kunsten, een voor kunstnijverheid en een maritiem museum. Een gerestaureerd vroeg-19de-eeuws pakhuis, het Entrepôt Lainé, is sinds begin 1979 in gebruik als cultureel centrum, Musée d’art comtemporain; muziek, toneel. De gotische kathedraal St-André heeft een rijke kerkschat en dateert uit de 12de tot 15de eeuw. Er zijn nog verscheidene fraaie 18de-eeuwse gebouwen, zoals het befaamde Grand Théâtre, 18de eeuw, dat model stond voor de Opéra te Parijs.
De huizen die de Place de la Bourse omzomen, vormen een fraai architectonisch geheel. De Tour St-Michel, met crypte, is 114 m hoog. Het voormalig bisschoppelijk paleis fungeert nu als stadhuis. In de twintigste eeuw zijn de wijken Mériadeck en Bordeaux-Lac ontstaan. Bordeaux was onder de naam Burdigala de hoofdstad van de Gallische stam van de Biturges Vivisci, daarna hoofdstad van de Romeinse provincie Aquitania Secunda.
Na de val van het Romeinse Rijk kwam Bordeaux binnen het Visigotische Rijk te liggen. In 507 kwam het bij het rijk van Chlodovech. Van 732 tot 735 was het in handen van de Arabieren, op wie het door Karel Martel werd veroverd. Na deel te hebben uitgemaakt van het graafschap Bordelais en de hertogdommen van Gascogne en Guyenne kwam Bordeaux in 1154 bij het rijk van de Plantagenets in Frankrijk. Pas in 1453 kwam Bordeaux voorgoed bij Frankrijk. Nog eeuwenlang bleef de stad echter, wat mentaliteit betreft, niet geheel geïntegreerd in de Franse staat. Tijdens de Franse Revolutie uitte het protest tegen de geest van centralisatie zich in de Girondijnenopstand,1793–1794.