Vandaag zat ik op Youtube rond te neuzen toen ik een filmpje tegen kwam van Parijs – Roubaix 2001. De laatste editie die is gewonnen door een Nederlander. Servais Knaven heeft die eer. Dat jaar was er geen groepje favorieten dat om de overwinning streed, maar een groepje vroege vluchters. Iets wat de laatste jaren niet meer is gebeurd. Knaven kwam solo over de streep met een flinke voorsprong op de nummer 2. In dat ererondje op de plaatselijke wielerbaan ging hij juichen, maar hij was veel langer bezig met iets anders: Het schoonvegen van zijn truitje. Waar zie je dat nog? Tegenwoordig maken ze een wheelie als ze solo over de streep komen, of ze gaan met de camera spelen, laten een engeltje zien, of geven een kushandje aan de vriendin of vrouw die later bij de finish staat. Nee. Knaven ging zijn truitje schoonvegen om de sponsor te bedanken.
Opeens bedacht ik me dat ik niet wist dat Knaven Parijs-Roubaix ooit had gewonnen. Laat staan dat ik wist dat er überhaupt ooit een Nederlander had gewonnen. Daarom ging ik op onderzoek uit. Daardoor kwam ik terecht bij Peter Post. De eerste Nederlander die Parijs-Roubaix won. Hij won niet gewoon Parijs-Roubaix (voor zover je dat gewoon kan noemen), nee, hij won Parijs – Roubaix in een record gemiddelde. Zelfs Fabian Cancellara kan er tot de dag van vandaag nog niet aan tippen. 45.129 km/h (1964) door Peter Post tegenover 44.190 km/h (2013) door Fabian Cancellara.
3 jaar later was er weer Nederlands succes. De nummer 8 van 1964 wordt de nummer 1 van 1967. Na een tweede plaats een jaar eerder pakt hij in 1967 revanche. Het blijkt een voorbode voor 1968. Winnaar van de Tour de France. Ik heb het natuurlijk over Jan Janssen. Janssen won in een massasprint van o.a. Eddy Merckx (8e) en Rik van Looy (2e).
In 1982 was het weer raak. De Nederlandse legende van de klassiekers won dat jaar de Hel van het Noorden. Jan Raas! Hij kwam solo aan in Roubaix en had een groepje met Roger de Vlaeminck en Bernard Hinault op 37 seconden.
Een jaar later won Hennie Kuiper. Na 2 valpartijen onderweg wist hij steeds voorin terug te komen. Uiteindelijk ontstond er een kopgroep van 5 renners, waaronder Francesco Moser. Om het niet tot een sprint te laten komen (Moser zou die hoogstwaarschijnlijk winnen) demarreerde Kuiper. De achtervolging was voor de rekening van Moser, omdat de 3 anderen niet meer meereden. Als snel had hij Kuiper een voorsprong van anderhalve minuut, maar een lekke band dreigde nog roet in het eten te gooien. Gelukkig kreeg hij een nieuwe fiets van de ploeg en kwam hij op het Velodrome aan met een voorsprong van 1.15.
Na Kuiper was er jarenlang geen Nederlandse winnaar meer. Tot Knaven won in 2001. Ook dit is al weer een tijdje geleden. Is er nog een Nederlandse wielrenner die in staat is om Parijs-Roubaix te winnen?
Jazeker! Niki Terpstra is in topvorm. Dit bleek wel in Dwars door Vlaanderen (1e), E3-Harelbeke (2e) en de Ronde van Vlaanderen (6e). Vorig jaar liet hij met een 3e plaats al zien dat hij de kwaliteiten bezit om Parijs-Roubaix te winnen. Gaat het hem dit jaar wel lukken? Als we zondag Niki Terpstra in volle finale in beeld zien, zullen de gedachten van velen in ieder geval even terug gaan naar 2001, 1983, 1982 of zelfs 1967 of 1964…
Gast-column door Niels Duits